Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Op 7 augustus 2008 stuurt een energieleverancier een factuur op voor het verbruik tussen 1 januari 2007 en 4 augustus 2008. Deze factuur, die beweert dat ze slaat op verbruik vanaf het jaar 2007, betreft echter voor een groot deel verbruik van vóór het jaar 2007. De consumenten beweren echter dat ze al betaald hebben voor dit verbruik. Het hof van beroep van Bergen oordeelt dat de verjaringstermijn van één jaar* van toepassing is, dus richt de energieleverancier zich tot het Hof van Cassatie.

 

Beslissing

Het Hof van Cassatie verwerpt het beroep. Dit betekent dat het de laatste beslissing die door het hof van beroep is genomen bevestigt.

 

Motivering

De wet voorziet dat de vordering van kooplieden voor de koopwaar die ze verkopen aan personen die zelf geen koopman zijn verjaart na een termijn van één jaar.* Deze korte verjaring rust op een vermoeden van betaling. Deze verjaring kan worden afgewezen voor schulden die zijn vastgesteld in een geschrift, maar het Hof verduidelijkt niet welk geschrift hiervoor noodzakelijk is. Volgens de rechtspraak komt het begrip ‘persoon die geen koopman is’ in de zin van de éénjarige verjaring overeen met het huidige begrip van ‘consument’. Volgens deze redenering is de verjaring van één jaar van toepassing op de vorderingen voor de levering van energie.*

 

In deze zaak hebben de consumenten zonder probleem de factuur van 844,05 euro betaald die door de energieleverancier op 12 juni 2007 is opgesteld. Deze factuur vermeldt dat ze al het verbruik tot en met 31 december 2006 bevat. De consumenten hebben dus ter goeder trouw beweerd dat ze reeds hadden betaald. Bijgevolg oordeelt het Hof dat de verjaring die rust op een vermoeden van betaling en neerkomt op een verjaring na één jaar, toegepast mag worden.

 

Betekenis in ruimere context

De bevrijdende verjaring betekent dat het verlopen van een bepaalde termijn het verlies van een recht met zich meebrengt. Het recht om naar het gerecht te stappen om de betaling van een schuld te vragen, bijvoorbeeld. Het stilzitten gedurende een bepaalde tijd van de schuldeiser geeft de mogelijkheid aan de schuldenaar om zich te beroepen op de verjaring. Indien de schuldenaar er zich van bewust is kan hij aan de schuldeiser meedelen dat het te laat is om de betaling van zijn vordering te eisen. De verjaring van energieschulden heeft veel inkt doen vloeien. Er bestaat onenigheid omtrent de termijn die voor deze schulden nodig is om te verjaren. Gewoonlijk wordt een verjaringstermijn van vijf jaar gehanteerd voor vorderingen in verband met de levering van goederen en diensten door netbeheerders van water, gas of elektriciteit*, maar verschillende rechters hanteren een specifieke verjaringstermijn van één jaar die voorzien is voor de vorderingen van kooplieden voor koopwaar die ze verkopen aan personen die geen koopman zijn.* Het Hof van Cassatie, de hoogste rechtsinstantie van het land, heeft een arrest van het hof van beroep van Bergen*, dat een verjaringstermijn van één jaar toepast voor een vordering met betrekking tot de levering van gas, bevestigd.*

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties

* Artikel 2272 B.W. voorziet een verjaringstermijn van één jaar.
* Artikel 2277, § 6 B.W. voorziet een verjaringstermijn van vijf jaar.
* Artikel 2274 B.W. voorziet dat de verjaring slechts schriftelijk gestuit kan worden.
* M. Marchandise, La prescription libératoire en matière civile, dossier J.T., nr. 64, Larcier, p. 75.
* S. Quintart, M. Charles en H. Marot, « Energie info wallonie. Eclairez vos droits ! », Namen, 2016, p. 37 en volg.
* Bergen, 13 maart 2014, R.G. 578 (onuitg.).

 

Trefwoorden

Energie; Factuur; Verjaring; Consument