Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Verschillende internationale teksten over mensenrechten voorzien toezichtmechanismen die van niet-rechterlijke aard zijn.  Deze internationale toezichtmechanismen vellen dan ook geen beslissingen die strikt juridisch afdwingbaar zijn. Het gaat eerder om quasi-judiciële procedures.

Het toezicht gebeurt meestal in de vorm van rapporten waarin de lidstaten verslag uitbrengen van de geboekte vooruitgang met betrekking tot hun engagementen, maar ook in de vorm van klachten, collectieve of individuele.

Hier vindt u een overzicht van deze toezichtmechanismen en hun output. Deze pagina is bijgewerkt tot en met juli 2023.

Sommige mensenrechtenteksten voorzien ook rechterlijke controlemechanismen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is daar een voorbeeld van. Het Steunpunt tot bestrijding van armoede maakt samenvattingen van de relevante rechterlijke beslissingen. Deze zijn te vinden op de website onder Rechtspraak.

 

EUROPESE UNIE

 

Handvest van de grondrechten (18 december 2000)

Controle: de Commissie stelt jaarrapporten op over de toepassing van het Handvest.
Lees: Jaarrapport 2021, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013, 2012, 2011, 2010

Rule of law mechanisme 

Controle: het Europees rechtsstaatmechanisme betreft de jaarlijkse dialoog over de rechtsstaat die de Commissie, de Raad en het Europees Parlement met de lidstaten, de nationale parlementen, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden voeren. Als uitgangspunt hiervoor dient het verslag over de rechtsstaat. Het Steunpunt is lid van ENNHRI, en draagt zo bij aan de jaarlijkse rapportering over de rule of law in België. De rapporten en meer informatie is te vinden op de website van ENNHRI alsook op de website van de Europese Commissie.

 

RAAD VAN EUROPA 

 

Europees Sociaal Handvest (18 oktober 1961) – Herzien Europees Sociaal Handvest (3 mei 1996)

Controle: het Europees Comité voor de Sociale rechten (ECSR) maakt van twee onderscheiden procedures gebruik om de naleving van het Handvest te controleren.

1.Het rapporteringssystem – bestaande uit de verslagen van de aangesloten lidstaten

De thema’s van het Handvest zijn in vier groepen ingedeeld:

1) Werk, vorming en gelijke kansen

2) Gezondheid, sociale zekerheid, sociale bescherming

3) Arbeidsrechten

4)Kinderen, gezinnen, migranten

Elke staat brengt jaarlijks verslag uit over één van de vier thematieken, zoals vastgelegd in de rapporteringskalender. Zo komt elke bepaling van het Handvest om de vier jaar aan bod. Het ECSR bestudeert de verslagen en brengt conclusies uit.

Bekijk de conclusies van het ECSR op de jaarlijkse rapporten van België.

Alle rapporten van België zijn te vinden op de website van het Europees Sociaal Handvest.

Naast de officiële rapporten van de staten, brengen internationaal niet-gouvernementele organisaties (INGO’s) en vakbonden parallelle verslagen uit.

2. De collectieve klachtenprocedure

De collectieve klachtenprocedure is ingevoerd op basis van het aanvullend Protocol bij het Europees Sociaal Handvest betreffende een systeem voor collectieve klachten (9 november 1995).

Het Europees Comité van Sociale Rechten (ECSR) oordeelt of de collectieve klachten ontvankelijk zijn. Het betreft een quasi-jurisdictionele procedure. Op basis van een verslag van het Europees Comité voor de sociale rechten zal de Ministerraad een resolutie aannemen of in geval van een inbreuk een Staat aanbevelen bepaalde maatregelen te nemen om de situatie in overeenstemming te brengen met het Handvest.

Zie het overzicht van lopende klachten en behandelde klachten. Drie klachten tegen België, nr. 62/2010,nr. 69/2011 en nr. 75/2011, hebben betrekking op het artikel 30 ‘Recht op bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting’.

Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (4 november 1950)

Controle: de Commissaris voor de rechten van de mens, een onafhankelijke instantie (een persoon om de zes jaar verkozen door de Parlementaire Vergadering), kan mogelijke tekortkomingen in de wetgeving en in de schendingen van mensenrechten in de praktijk identificeren. Deze instantie verstrekt adviezen, analyses en aanbevelingen aan de lidstaten en heeft geen enkele uitvoerende bevoegdheid. De landenrapporten, waaronder het rapport over België (het meest recente is van januari 2016), zijn te lezen op de website van de Commissaris.

Merk op dat er ook een rechterlijke controle bestaat, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, de Europese rechtbank die bevoegd is om over mensenrechten bindende arresten te vellen die de staten dienen na te leven. Zie rechtspraak over de effectiviteit van rechten van mensen in armoede of bestaansonzekerheid. Het Comité van Ministers ziet toe op de uitvoering van de arresten.

VERENIGDE NATIES 

Universele verklaring van de rechten van de mens (10 december 1948).

De verbintenissen van de Universele verklaring van de rechten van de mens worden in twee verdragen gepreciseerd:

(1) Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) (16 december 1966)

Controle: Het VN Comité voor Mensenrechten houdt toezicht op de naleving van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Het behandelt de rapporten die de lidstaten voorleggen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met zogenaamde parallelrapporten die tegelijkertijd door niet-gouvernementele organisaties worden aangeleverd.

Een overzicht van de periodieke rapporten die België voorlegde aan het Comité en de opvolging door het Comité zijn te lezen hier. De conclusies van het Comité op de rapporten voorgelegd door België zijn te lezen hier.

In 2019 schreef het Steunpunt tot bestrijding van armoede, samen met Unia en Myria, een parallel rapport bij het 6de periodieke rapport van België.

(2) Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) (16 december 1966)

Controle: Het VN Comité voor economische, sociale en culturele rechten ziet toe op de toepassing van het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. Het werkt op dezelfde wijze als het Comité voor Mensenrechten. Een overzicht van de periodieke rapporten die België voorlegde aan het Comité en de opvolging door het Comité zijn te lezen hier. De conclusies van het Comité op de rapporten voorgelegd door België zijn te lezen hier.

In 2020 schreef het Steunpunt tot bestrijding van armoede een parallel rapport bij het 5de periodieke rapport van België.

Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (10 december 2008)

Controle: het Facultatief Protocol garandeert de implementering van een klachtenprotocol waardoor slachtoffers van schendingen van mensenrechten beroep kunnen aantekenen op internationaal niveau en klacht indienen bij de VN Comité voor economische, sociale en culturele rechten.

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) (20 november 1989)

Controle: het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind voorziet dat alle Verdragsstaten vijfjaarlijks over de vooruitgang van kinderrechten een rapport maken voor het Internationaal Comité voor de Rechten van het Kind in Genève. Dat Comité waakt voor de Verenigde Naties over de rechten van minderjarigen en over de wijze waarop elk land deze rechten toepast.

De Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind (NCRK) staat sinds mei 2007 in voor onder meer de coördinatie van deze periodieke rapportering. De Belgische rapporten over het VN-Kinderrechtenverdrag zijn te vinden op de website van het NCRK. De conclusies van het Comité op de rapporten voorgelegd door België zijn te lezen hier.
Het 5de en 6de periodieke verslag (2017) alsook de slotbeschouwingen zijn te lezen op de website van het NCRK.

Naast het Belgische periodieke rapport ter bestemming van het VN-Comité voor de rechten van het kind, zijn er de rapporten over kinderrechten van andere instanties. Alle deze rapporten van België, zijn te vinden op de website van het NCRK.

Lees de bijdrage van het Steunpunt aan het parallel rapport aan het VN-kinderrechtencomité: Parallel report by the Combat Poverty, Insecurity and Social Exclusion Service, Myria and Unia, on the fifth and sixth periodic reports submitted by Belgium pursuant to article 44 of the Convention on the Rights of the Child, 28 February 2018 en Persbericht, 7 maart 2018.

Universeel Periodiek Toezicht (UPR – Universal Periodic Review)

Het Universeel Periodiek Toezicht (UPR – Universal Periodic Review) is een toezichtsmechanisme dat bestaat uit een periodieke analyse van de mensenrechtensituatie in de 193 lidstaten van de VN. Het betreft een vorm van controle door peers, een toezicht van lidstaten op andere lidstaten, onder auspiciën van de Mensenrechtenraad. Elke lidstaat dient een vierjaarlijks rapport op te maken over de mensenrechtensituatie in zijn land. De evaluatie gebeurt op basis van het VN-Handvest, de UVRM, de mensenrechteninstrumenten waar de geëvalueerde staat partij bij is, zijn vrijwillige toezeggingen en verbintenissen en het internationaal humanitair recht dat van toepassing is.

De evaluatie zelf gebeurt in de werkgroep voor het Universeel Periodiek Toezicht, samengesteld uit 47 leden van de Mensenrechtenraad. Hun rapport wordt doorgestuurd naar de Mensenrechtenraad. De Mensenrechtenraad kan beslissen of er een follow-up noodzakelijk is. Er bestaat echter geen formeel mechanisme om niet-coöperatieve staten aan te pakken.

De documentatie over de afgelopen periodieke analyses voor België is hier te vinden. In de compilatie van de bijdragen bij de tweede cyclus van het Universeel Periodiek Toezicht (2015) zijn meerdere verwijzingen opgenomen naar de werkzaamheden van het Steunpunt. Bovendien schreef het Steunpunt tot bestrijding van armoede in 2021, samen met andere organisaties, een parallel rapport bij het UPR.