Beleid

Hier vindt u alle beleidsmaatregelen en regelgeving met betrekking tot dak– en thuisloosheid, van het Europees niveau tot het lokaal niveau.
Op het niveau van de Europese Unie
Het Europese beleid voor wat betreft de strijd tegen dak- en thuisloosheid speelt zich af op verschillende niveaus.
Ten eerste heeft het Europees Parlement in haar resolutie van 14 september 2011 een EU-strategie inzake dakloosheid opgesteld. Het Europees Parlement herhaalde zijn engagement in 2020 en riep de lidstaten op om doelstellingen vast te leggen om tegen 2030 dakloosheid uit te bannen (EU moet doel stellen om dakloosheid voor 2030 uit te bannen).
Daartoe worden de lidstaten uitgenodigd tot het :
- Opnemen van verantwoordelijkheid in de strijd tegen dakloosheid en werken aan preventie en vroegtijdige interventie;
- Uitwisselen van goede praktijken tussen de lidstaten;
- Decriminaliseren van dakloosheid;
- Verzekeren van gelijke toegang tot publieke dienstverlening zoals gezondheidszorg, onderwijs en sociale dienstverlening
- Bevorderen van de integratie van personen in dakloosheid op de arbeidsmarkt via gespecialiseerde ondersteuning, opleidingen en gerichte programma’s;
- Verbeteren van het verzamelen van relevante en vergelijkbare gegevens om de omvang van dakloosheid in kaart te brengen;
- Financieel ondersteunen van NGO’s en lokale overheden om te zorgen voor veilige opvangvoorzieningen voor daklozen te garanderen en uithuiszettingen te voorkomen, in het bijzonder tijdens de COVID-19-pandemie;
- Uitvoeren van geïntegreerde nationale langetermijnstrategieën in de strijd tegen dak- en thuisloosheid waarbij de gemeenschap centraal staat en huisvesting voorop wordt gesteld;
- Verzekeren van een permanente toegang tot noodopvang, als tijdelijke oplossing;
- Bevorderen van sociaal ondernemerschap en activiteiten ten behoeve van hun integratie.
Daarnaast werd in 2017 de Europese pijler van sociale rechten gelanceerd. Deze is gekoppeld aan een actieplan dat, naast andere doelstellingen, dak- en thuisloosheid wil uitbannen tegen 2030.
Principe 19 van dit plan is gewijd aan huisvesting en ondersteuning van personen in dakloosheid en is onderverdeeld in drie punten:
- Toegang tot sociale huisvesting of tot steun voor huisvesting van goede kwaliteit moet gegarandeerd zijn voor wie het nodig heeft;
- Kwetsbare personen hebben recht op passende bijstand en bescherming tegen gedwongen uithuiszetting;
- Personen in dakloosheid moeten voldoende onderdak en ondersteuning krijgen om hun maatschappelijke integratie te bevorderen.
Tot slot is het van essentieel belang te wijzen op de ondertekening van de Verklaring van Lissabon tijdens de high-level conferentie die op 21 juni 2021 in Lissabon mede werd georganiseerd door het Portugese voorzitterschap van de Raad van de EU. De nationale ministers kwamen samen met vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, maatschappelijke organisaties (FEANTSA, The Social Platform, Housing Europe, Social Economy Europe), de sociale partners (European Trade Union Confederation ETUC, Services of General Interest Europe) en steden (Eurocities, Council of European Municipalities and Regions) overeen door middel van deze Verklaring om het Europees Platform voor de bestrijding van dakloosheid (EPOCH) op te richten.
Het doel van dit platform is het debat te bevorderen, wederzijds leren te vergemakkelijken, kennis te vergroten en monitoringsystemen te verbeteren, alsmede de samenwerking tussen alle betrokken actoren te versterken om zodoende tegen 2030 een einde te maken aan dakloosheid. Dit platform streeft er daarom naar om op Europees niveau tot een gemeenschappelijk begrip van de problematiek te komen, zowel op het niveau van de nationale overheidsinstellingen als op het niveau van de lokale actoren en de maatschappelijke organisaties die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het beleid voor de opvang van personen die op straat leven. Alle betrokken partijen hebben zich ertoe verbonden hun respectieve inspanningen op te voeren en de rol van preventieve aspecten in het beleid ter bestrijding van dak en thuisloosheid te versterken.
De lancering van dit platform is ook een manier om principe 19 van het actieplan van de Europese Pijler van Sociale Rechten betreffende huisvesting en hulp voor personen in dak- en thuisloosheid in de praktijk te brengen.
De ondertekenaars verbinden zich ertoe om nauwer samen te werken binnen hun respectieve bevoegdheidsdomeinen.
In het kader van de Verklaring van Lissabon werden vijf leidende principes vastgelegd:
- Niemand slaapt op straat bij gebrek aan toegankelijke, veilige en geschikte noodopvang;
- Niemand verblijft langer in nood- of tijdelijke huisvesting dan nodig is voor een succesvolle overstap naar een permanente huisvesting;
- Niemand wordt ontslagen uit een instelling (bijv. gevangenis, ziekenhuis, zorgvoorziening) zonder dat hem of haar passende huisvesting wordt aangeboden;
- Uithuiszettingen moeten waar mogelijk worden voorkomen en niemand wordt uithuisgezet zonder hulp bij het vinden van een geschikte woonoplossing, indien nodig;
- Niemand wordt gediscrimineerd op basis van een status van dakloosheid.
Relevante bronnen:
- Europese Commissie, Europees Parlement, Europees Comité van de Regio’s, Europees Economisch en Sociaal Comité en verschillende Europese regeringen (2021), Verklaring van Lissabon over het Europees Platform voor de bestrijding van dakloosheid (de tekst van de Verklaring vindt u hier)
- Europees Parlement, Raad, Europese Commissie (2017), Europese pijler van sociale rechten
- Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s (2023), Actieplan voor de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten
- United Nations Economic and Social Council, Draft resolution submitted by the Chair of the Commission, Gbolié Desiré Wulfran Ipo (Côte d’Ivoire), on the basis of informal consultations – Affordable housing and social protection systems for all to address homelessness, E/CN.5/2020/L.5.
- Europees Parlement (2020), Ontwerpresolutie over het terugdringen van dakloosheid in de Europese Unie
- Human Rights Council (2019), Guidelines for the Implementation of the Right to Adequate Housing, A/HRC/43/43.
- Europese consensusconferentie over thuisloosheid (2010), Beleidsaanbevelingen van de jury.
- Europese Commissie (2021). Europees platform voor de bestrijding van dakloosheid gelanceerd
- Europees Parlement: Nieuws – EU moet doel stellen om dakloosheid voor 2030 uit te bannen
- European Platform on Combating Homelessness (28 February 2022), Governance, work programme and way forward 2022-2024.
Op interfederaal niveau
De strijd tegen dak- en thuisloosheid is verspreid over een aantal bevoegdheden (huisvesting, sociale bijstand, sociale zekerheid, enz.) die aan verschillende entiteiten toebehoren. Bijgevolg is geen enkele entiteit volledig bevoegd voor de strijd tegen dakloosheid in België. Het is echter redelijk om te stellen dat de strijd tegen dak- en thuisloosheid voornamelijk op regionaal en federaal niveau wordt gevoerd.
De belangrijkste tekst over dak- en thuisloosheid op interfederaal niveau is het samenwerkingsakkoord van 12 mei 2014 over dak- en thuisloosheid. Dit akkoord werd ondertekend door alle gefedereerde entiteiten behalve de Franse Gemeenschap. Alle ondertekenaars zijn gebonden aan de tekst en worden geacht de inhoud ervan te implementeren in hun verschillende beleidslijnen. Deze tekst wil een antwoord bieden op het verzoek van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2013 om alomvattende strategieën te ontwikkelen die de grondrechten in verband met dakloosheid garanderen en gebaseerd zijn op preventie, op een Housing Led-aanpak en op de regulering van uithuiszettingspraktijken. Meer in het algemeen heeft dit samenwerkingsakkoord tot doel de rol en de verantwoordelijkheden van elk overheidsniveau in de strijd tegen dak- en thuisloosheid vast te leggen.
Het samenwerkingsakkoord van 2014 is gebaseerd op de volgende hoofdprincipes:
- De noodzaak om de bevoegdheden van iedere entiteit af te bakenen en te omschrijven.
- Voorzien in structureel overleg tussen alle partners door een werkgroep dak- en thuisloosheid op te richten binnen de IMC Maatschappelijke Integratie.
- De basis leggen voor een geharmoniseerd beleid met betrekking tot dak- en thuisloosheid.
- Nauwere en meer gecoördineerde samenwerking.
- Praktische samenwerking wat betreft de winteropvang van personen in dak- of thuisloosheid.
- Een preventief beleid gebaseerd op het verzamelen en uitwisselen van gegevens over dak- en thuisloosheid, met het Steunpunt tot bestrijding van armoede als algemeen verzamelpunt.
Tien jaar na het eerste samenwerkingsakkoord hebben de federale Staat en de verschillende gefedereerde entiteiten, zich opnieuw verenigd om te stemmen over een nieuw samenwerkingsakkoord over dak- en thuisloosheid, dat in de loop van 2025 in het Belgisch Staatsblad zal verschijnen. In tegenstelling tot het vorige akkoord heeft ook de Franse Gemeenschap de nieuwe tekst ondertekend. De procedure moet door de nieuwe regeringen nog gefinaliseerd worden.
De tekst van het ontwerpakkoord is gebaseerd op de doelstellingen van de Verklaring van Lissabon, met name: dakloosheid uitbannen tegen 2030. In tegenstelling tot het vorige samenwerkingsakkoord, dat vooral focust op de verdeling van bevoegdheden tussen de verschillende overheden rond dak- en thuisloosheid, stelt de nieuwe tekst vooral gemeenschappelijke doelstellingen voorop. Daarvoor zullen een aantal maatregelen worden genomen:
- Preventie bevorderen en een reeks diensten opzetten om te voorkomen dat inwoners van ons grondgebied dakloos worden.
- Voorrang geven aan een geïndividualiseerde ondersteuning van personen die dakloos zijn.
- Meer begeleidingstrajecten voorzien in lijn met de Housing First-methodologie en de Housing Led-aanpak.
Met betrekking tot de uitvoering van het mandaat van het Steunpunt tot bestrijding van armoede en het standpunt van het Steunpunt over de verschillende beleidslijnen inzake dak- en thuisloosheid, kan verwezen worden naar het tweejaarlijks Verslag 2008-2009 getiteld ‘Naar een coherente aanpak in de strijd tegen dakloosheid en armoede’, waarvan u hier een samenvatting vindt.
Relevante bronnen:
- De Grondwet, art. 23.
- Wet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid, ondertekend te Brussel, op 5 mei 1998, B.S. 10 juli 1999.
- Decreet van het Ministerie van de Franse Gemeenschap van 3 mei 2019 betreffende de strijd tegen de armoede en de vermindering van de sociale ongelijkheid, B.S. 4 oktober 2019.
- Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2009). Verslag armoedebestrijding 2008-2009. Deel 2. Naar een coherente aanpak in de strijd tegen dakloosheid en armoede, Brussel, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.
- Het samenwerkingsakkoord van 12 mei 2014 over dak- en thuisloosheid.
Op federaal niveau
Dak- en thuisloosheid komt meermaals aan bod in federale armoedebestrijdingsplannen. Het meest recente plan erkent dat “een domicilie en een thuis hebben een onmisbare stap is om van sociale, politieke en burgerrechten te genieten. Zonder woning is het onmogelijk om je te ontwikkelen, werk te zoeken, je burgerschap uit te oefenen …”. Het project Housing First werd in België geïmplementeerd in het kader van het tweede Federaal Plan Armoedebestrijding.
Daarnaast regelen bepaalde wetten bepaalde specifieke aspecten van dak- en thuisloosheid. Daartoe behoort de wet betreffende de OCMW’s.
Er bestaat ook de regelgeving over referentieadressen (zie hierover het Cahier rechtspraak – Het referentieadres bij een OCMW. Onderzoek van de rechtspraak van arbeidshoven en -rechtbanken in de periode 2016-2017), omzendbrief van de FOD Binnenlandse Zaken en de POD Maatschappelijke Integratie.
Relevante bronnen :
- Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, B.S. 5 augustus 1976.
- Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. B.S. 3 september 1991.
- Koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen, B.S. 5 oktober 2004.
- POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (2023), Omzendbrief van 7 juli 2023 betreffende het referentieadres voor daklozen.
- POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (2022), Vierde federaal plan tegen armoede en ongelijkheid.
- POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (2022), Het model Housing First.
Op gewestelijk niveau
Vlaanderen
Vlaanderen heeft een Actieplan ter voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid 2020-2024 aangenomen, dat een bijlage is bij het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2020-2024.
Het actieplan ter voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid voorziet in de registratie van volgende gegevens:
- Het aantal ingezette vorderingen tot uithuiszetting en het aantal eindvonnissen tot uithuiszetting.
- Het aantal mensen in dak- en thuisloosheid in Vlaanderen (met referentie naar de nulmeting dak- en thuisloosheid en de MEHOBEL-studie).
- het aantal gezinnen in preventieve woonbegeleiding
- Het aantal gezinnen voor wie een uithuiszetting daardoor wordt vermeden.
- Het bereik van de huursubsidie en de huurpremie.
- Het bereik van het Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen.
Er wordt ook gewezen op het belang van een point-in-time telling en de betrokkenheid van de interfederale werkgroep binnen het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting: “Om het aantal dak- en thuislozen in Vlaanderen in kaart te brengen, ondersteunen we de wetenschappelijke begeleiding en de verwerking van de lokale tellingen van dak- en thuislozen op initiatief van de lokale besturen. We financieren de methodische ondersteuning van deze tellingen, zodat we komen tot gegevens die een goede indicatie zijn voor de situatie in heel het Vlaamse Gewest. We nemen dit op in overleg met de werkgroep monitoring dak- en thuisloosheid binnen het interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, binnen het kader van het Samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid.“
Relevante bronnen :
- Vlaamse Regering (2020), Vlaams actieplan armoedebestrijding 2020-2024.
- Vlaamse Regering (2020), Actieplan ter voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid 2020-2024.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt het beleid ter bestrijding van dak- en thuisloosheid uitgevoerd op verschillende niveaus: op gewestelijk niveau door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; op gemeenschapsniveau door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC).
In art. 89 1° van de ordonnantie betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen van 14 juni 2018 vertrouwt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aan de instelling Bruss’help de functie van ‘observatiecentrum van de dakloosheid’ toe. Dit houdt in: het verzamelen en analyseren van gegevens, met inbegrip van een tweejaarlijkse telling van dak- en thuislozen aan de hand van de ETHOS-typologie en het opstellen van een jaarverslag over de situatie van dakloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het centraliseren van gegevens van inschakelings- en noodhulpvoorzieningen en het formuleren van aanbevelingen voor overheidsinstanties zoals in het Masterplan.
Het Masterplan beoogt een alomvattende strategie te ontwikkelen tegen thuisloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met als doel te streven naar een regio zonder dak- en thuisloosheid tegen 2030. In een context waarin de hulpsector op zijn tandvlees zit streeft dit vernieuwende initiatief naar een geharmoniseerde en gecoördineerde visie om zo de hulp aan mensen in dak- en thuisloosheid op systematische wijze te veranderen. Het Masterplan werd ontwikkeld op een inclusieve en participatieve manier.
Dit strategisch plan bestaat uit 35 concrete maatregelen en is gestructureerd rond vier essentiële assen:
- Versterking van preventie, gericht op het voorkomen dat mensen thuisloos worden, in overleg met actoren uit aanverwante sectoren.
- Bevorderen van snelle actie om de tijd die een persoon thuisloos doorbrengt te verkorten. Dit om te voorkomen dat de situatie chronisch wordt en dat extra problemen zich opstapelen.
- Optimaliseren van begeleiding: begeleiding voorzien die kan omgaan met elk probleem, ook verslavings- en geestelijke gezondheidsproblemen.
- Strijden tegen mechanismen van institutioneel geweld en onrecht: invoeren van ethische en maatschappelijk aanvaardbare begeleidingsprocedures om invasieve of “paternalistische” interventies te vermijden.
Daarnaast heeft de Brusselse regering een Geïntegreerd Welzijns- en Gezondheidsplan (GWGP) opgesteld. De algemene doelstelling van dit plan is het creëren van een nieuw model voor het bieden van hulp en zorg, gebaseerd op een meer geïntegreerd gebruik van alle beschikbare middelen. Het gaat erom de hele Brusselse bevolking een basisservice te kunnen bieden, waarbij iedereen wordt bereikt, ook zij die het verst verwijderd zijn van hulp en zorg. Het operationeel plan van het GWGP omvat 271 acties, waarvan sommige gericht zijn op het beleid.
Relevante bronnen:
- Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen, B.S. 10 juli 2018.
- Gezamenlijk decreet en ordonnantie van de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie met betrekking tot de goedkeuring en de uitvoering van het Brussels Geïntegreerd Welzijns- en Gezondheidsplan, B.S. 9 februari 2024.
- Bruss’Help (2023), Het Masterplan.
Waals Gewest
Het Waals Gewest heeft aan de Relais sociaux via artikel 45 van de Code réglementaire wallon de l’action sociale et de la santé de opdracht gegeven een instrument te creëren voor de analyse van de manier waarop hun leden omgaan met fenomenen van uitsluiting. De Relais sociaux zijn verantwoordelijk voor het coördineren en verenigen van de publieke (OCMW of gemeenten) en private (verenigingen) actoren betrokken bij de hulpverlening aan personen in situaties van acute sociale bestaansonzekerheid (dakloosheid, drugsverslaving, prostitutie, enz.). Dit omvat nacht- en dagopvang, straathoekwerk, noodhulp, winterplannen, diensten in verband met prostitutie, verslaving, enzovoort. Bijgevolg spelen de Relais sociaux een centrale rol in de strijd tegen dakloosheid in Wallonië. Er zijn momenteel 10 Relais sociaux voor heel Wallonië.
Sinds 2009 is het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) verantwoordelijk voor het harmoniseren van het verzamelen en analyseren van de gegevens van de dienstverlenende partners van de Relais sociaux.
Het Waals Gewest heeft een Plan wallon de sortie de la pauvreté (2020) aangenomen. Dit plan legt een aantal doelstellingen vast, waarvan sommige zijn aangeduid als strategisch prioritair, zoals de oprichting van het Observatoire Wallon du Sans-Abrisme.
De rol van dit Observatorium, dat ondergebracht is bij de Service Public de Wallonie, Intérieur et Action sociale, bestaat erin de richting van de strijd tegen dakloosheid te bepalen en coördineren. Concreet zijn de opdrachten van het Observatorium de volgende:
- Centralisatie: Wallonië voorzien van een gecentraliseerd orgaan in de strijd tegen dakloosheid dat de terreinorganisaties, de wetenschappers, de ervaringsdeskundigen en de bevoegde overheden samenbrengt.
- Expertise: beschikken over multidisciplinaire expertise op het gebied van dakloosheid, gebaseerd op het verzamelen van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens.
- Evaluatie: evalueren van programma’s die dakloosheid bestrijden, zoals ‘Housing First’.
- Advies verstrekken: het uitwerken en voorstellen van de te volgen richting in de strijd tegen dakloosheid.
Daarnaast werden de programma’s Housing First en Housing Led versterkt en uitgebreid naar heel Wallonië. De coördinatie en monitoring ervan werd toegewezen aan het Observatoire Wallon du Sans-Abrisme. Deze programma’s worden geëvalueerd op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, aangevuld met bezoeken op het terrein.
Ook worden 10 pilootprojecten onder de noemer “Territoires Zéro Sans-Abrisme” uitgerold in verschillende gebieden over een periode van ongeveer 2 jaar. Deze projecten bieden actoren en partners, verenigd in een consortium, de mogelijkheid om innovatieve praktijken voor het bestrijden en voorkomen van dak- en thuisloosheid te initiëren en te testen. De noden van de mensen in dak- en thuisloosheid staan hierbij centraal.
Tot slot verzekert Wallonië de continuïteit van de tellingen dak- en thuisloosheid door de jaarlijkse tellingen te financieren.
Het Observatorium streeft ernaar om dak- en thuisloosheid te verminderen en draagt bij tot de ontwikkeling van een exitstrategie voor dakloosheid , die een verschuiving beoogt van een curatieve aanpak (het lenigen van de basisbehoeften van mensen in dak- en thuisloosheid) naar een preventieve aanpak (voorkomen dat mensen die het risico lopen dak- of thuisloos te worden, effectief dak- of thuisloos worden).
Relevante bronnen:
Duitstalige Gemeenschap
De Duitstalige Gemeenschap heeft geen specifieke regeling over het meten van dak- en thuisloosheid, maar beschikt wel over statistieken wat betreft noodopvang. Bovendien werd in 2022 een point-in-time-telling gehouden. Deze telling werd uitgevoerd door het onderzoeksteam van CIRTES – UCLouvain (zie het Rapport pag. 63-67), waarbij ook gebruik werd gemaakt van de ETHOS Light-typologie.
Relevante bronnen:
Op lokaal niveau
Lokale besturen spelen, door hun nabijheid, een essentiële rol in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting en bijgevolg een zeer belangrijke rol in de steun aan en begeleiding van dak- en thuisloze personen.
Lokale besturen zijn bevoegd voor dak- en thuisloosheid via de OCMW’s die belast zijn met het referentieadres, de installatiepremies, enz. Dak- en thuisloze personen kunnen ook terecht bij de OCMW’s voor andere zaken zoals dringende medische hulp, schuldbeheer, begeleiding, advies, enzovoort.
De installatiepremie is een financiële hulp die het OCMW toekent aan dak- of thuisloze personen die een woning hebben gevonden. De premie is bedoeld om de nieuwe woning te helpen inrichten en uitrusten. Om in aanmerking te komen moet men: (1) een leefloon ontvangen, (2) een woning gevonden hebben en (3) nog nooit een installatiepremie ontvangen hebben. (POD Maatschappelijke Integratie, Daklozen en Installatiepremies, geraadpleegd op 15 april 2025)
Het referentieadres is een administratief adres voor mensen die niet in België gedomicilieerd zijn. Om van bepaalde rechten te kunnen genieten, moet je ingeschreven zijn in het rijksregister, dit is dus een administratieve verankering. Dak- of thuisloze personen kunnen dus aan het OCMW vragen om zich in te schrijven op het adres van een natuurlijke of rechtspersoon waar ze niet wonen. In de praktijk is dit meestal het adres van het OCMW.
OCMW’s en gemeenten kunnen ook instaan voor noodopvang, een doorgangswoning of een lokaal opvanginitiatief (LOI) op hun grondgebied, dat in elk geval moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad.
De gemeenten zijn ook bevoegd voor de handhaving van de veiligheid en openbare orde binnen hun gemeentegrenzen en kunnen politieverordeningen aannemen met betrekking tot bedelarij (artikel 135, §2 van de nieuwe gemeentewet). In 2023 publiceerde het Steunpunt tot bestrijding van armoede in samenwerking met het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens (FIRM) een cahier getiteld ‘Bedelreglementen vanuit een mensenrechtenperspectief’. Uit dit onderzoek bleek dat 253 steden en gemeenten één of meerdere bepalingen in hun reglementen hadden die niet beantwoordden aan het juridisch kader. Deze reglementen kunnen een negatieve impact hebben op dak- en thuisloze personen die bedelen.
Relevante bronnen:
- Koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen. B.S. 5 oktober 2004.
- Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2018). Cahier rechtspraak n°1. Het referentieadres bij een OCMW. Onderzoek van de rechtspraak van arbeidshoven en -rechtbanken in de periode 2016-2017 + Bijlage. Brussel, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.
- Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2023). Cahier rechtspraak n°3. Bedelreglementen vanuit een mensenrechtenperspectief. Onderzoek naar bedelreglementen in België en de impact van het Lacatus-arrest en de rechtspraak van de Raad van State. Brussel, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.