Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Een vrouw van Roemeense afkomst bedelt in het gezelschap van haar minderjarige kinderen. Ze wordt door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van 4.125 euro, voor de uitbuiting van bedelarij.
De vrouw gaat in hoger beroep.

Beslissing

Een vrouw die bedelt in het gezelschap van haar kinderen pleegt geen strafbaar feit. Het hof spreekt de vrouw vrij.

Motivering

Het hof meent dat de constitutieve elementen van het misdrijf ‘exploitatie van bedelarij’ niet bewezen zijn.

Nergens wordt volgens het hof aangetoond dat de vrouw, tijdens het bedelen met één van haar kinderen, een persoon heeft ‘aangeworven’, ‘meegenomen’, ‘weggebracht’ of ‘bij zich heeft gehouden’ teneinde die persoon “over te leveren aan de bedelarij” of die persoon ertoe “aan te zetten te bedelen of door te gaan met bedelen”.
Uit de feiten blijkt niet dat de vrouw haar kinderen deed bedelen of dat de kinderen verbaal of door gebaren de vrijgevigheid van voorbijgangers uitlokten.

Bovendien is het niet bewezen dat de vrouw haar kinderen “ter beschikking van een bedelaar” stelde opdat deze laatste zich van hen zou bedienen “om het openbaar medelijden op te wekken”.
Uit de feiten blijkt dat de vrouw louter zelf bedelde met haar kinderen.

Het hof stelt vast dat bedelen op zich niet strafbaar is. Het hof meent dan ook dat door middel van kinderen een zeker medelijden opwekken bij het bedelen geen strafbare inbreuk uitmaakt.

Betekenis in ruimere context

Het arrest toont duidelijk het onderscheid tussen enerzijds bedelarij, dat niet strafbaar is; en anderzijds de exploitatie van bedelarij, dat wel strafbaar is.

Bedelen met de eigen minderjarige kinderen, althans voor zover zij niet aangezet worden om te bedelen of zelf bedelen, is dan ook niet strafbaar.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Trefwoorden
Bedelarij; Bedelarij met kinderen