Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Na meerdere meldingen stelt het Interfederaal Gelijkekansencentrum vast dat M.C., een eigenaar van gebouwen, in zijn huuradvertenties vermeldt dat kandidaat-huurders worden geselecteerd op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en op basis van een bepaald minimuminkomen.
Aangezien dit een discriminerend gedrag inhoudt, gebaseerd op vermogen en mogelijks ook gebaseerd op handicap, vraagt het Interfederaal Gelijkekansencentrum dan ook de stopzetting van dergelijk gedrag.

Beslissing

De rechtbank stelt bijgevolg een discriminatie vast en beveelt de staking van elk discriminatoir gedrag op basis van vermogen en handicap bij het verhuren van woningen, zowel in de huuradvertenties als bij de selectie van de kandidaten en de keuze van de huurder.

De rechtbank veroordeelt M.C. vervolgens tot het betalen van een dwangsom van 500 euro per inbreuk, met een maximum van 5.000 euro, en beperkt die dwangsom in de tijd tot een periode van 3 jaar.

Tot slot veroordeelt de rechtbank M.C. tot de betaling van de kosten gemaakt door het Gelijkekansencentrum, begroot op 142,50 euro.

Motivering

M.C. meent dat hij gehouden was aan die restrictieve voorwaarden inzake de solvabiliteit van de huurders omdat zijn verzekering ‘onbetaalde huur’ anders niet geldt. De rechtbank stelt echter dat, hoewel het normaal (en legitiem) is dat verhuurders de solvabiliteit nagaan van kandidaat-huurders, de vereiste van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur de normale dekking van een risico op wanbetaling overschrijdt. Bovendien lijkt uit de algemene voorwaarden van het verzekeringscontract dat de verhuurder ook verzekerd kan zijn wanneer zijn huurders geen arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur hebben, en is er in het contract geen sprake van een minimuminkomen.

Door de voorwaarde van een vaste arbeidsovereenkomst worden niet enkel werknemers met een inkomen op basis van andere types overeenkomsten uitgesloten, maar ook de facto andere kandidaat-huurders met zogenaamde niet-professionele inkomens, die dus wel regelmatige inkomsten genieten op basis van uitkeringen, zoals bijvoorbeeld gepensioneerden of gehandicapten.
Het feit dat sommige van zijn huidige huurders sociale uitkeringen ontvangen, verandert niets aan de handelingen van M.C.

Betekenis in ruimere context

Met deze uitspraak wordt voor het eerst discriminatie op basis van vermogen bij het te huur stellen van een woning erkend.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.

Deze beslissing werd besproken in:
– VAN DEN HAUTE, E., « Le bail et la législation anti-discrimination ou lorsque le juge devient funambule », J.T. 2015, afl. 37, 769-773.
– X., “ Erkenning van discriminatie op basis van ‘vermogen’ in de huisvestingssector: uitspraak vormt precedent in België”, 11 mei 2015, http://www.unia.be/nl/artikels/erkenning-van-discriminatie-op-basis-van-vermogen-in-de-huisvestingssector-uitspraak-vormt-precedent-in-belgie

Trefwoorden

Discriminatie; Huisvesting; Vermogen