Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Mevrouw M. betaalt de facturen van haar energieleverancier niet. Omwille van een administratieve nalatigheid vordert de leverancier niets van haar, waardoor ze zich verder onthoudt te betalen en de schuld zich opstapelt. Twee jaar later merkt de leverancier zijn vergissing op en vordert dan pas de betaling van alle achterstallige bedragen, die op 6.976,45 euro neerkomen. Volgens de leverancier schrijft de wet geen enkele termijn voor met betrekking tot de invorderingsprocedure die van toepassing is op een residentiële klant. *

 

Beslissing

De rechtbank oordeelt dat de vordering slechts gedeeltelijk gegrond is. Ze veroordeelt mevrouw M. tot het betalen van een bedrag van 2.190,09 euro. Ze veroordeelt haar ook tot het betalen van slechts de helft van de gerechtskosten.

 

Motivering

De rechtbank herhaalt dat vanaf de eerste wanbetaling van een factuur, de energieleverancier aan de residentiële klant een herinnering dient te sturen met daarin een aantal vermeldingen* :

Bovendien dient er een ingebrekestelling te worden opgestuurd binnen de termijn die in de herinnering vermeld is. De ingebrekestelling dient te verduidelijken dat indien geen betaling is uitgevoerd binnen een termijn van 15 dagen volgend op het opsturen van de ingebrekestelling, de klant zal beschouwd worden als een wanbetaler en er ambtshalve een budgetmeter geplaatst zal worden.* Het systeem van de budgetmeter maakt het mogelijk om het elektriciteitsverbruik te beperken tot het bedrag dat op een oplaadkaart wordt geladen. Door deze maatregel wenst de Waalse wetgever de consument in moeilijkheden en in staat van wanbetaling te beschermen door hem een minimale energielevering te garanderen. Deze bepaling heeft een dwingend karakter en vloeit voort uit de verplichtingen van een openbare dienst met sociaal oogmerk.

 

In dit dossier is de leverancier zijn verplichtingen niet nagekomen en beweert hij dit ook niet te hebben gedaan. Als de maatregel was nageleefd, had het verbruik van mevrouw M. vanaf de vierde maand beperkt kunnen worden tot 75 euro per maand. Het bedrag zou in dit geval in totaal 2.190,09 euro hebben bedragen.

 

De rechtbank acht het billijk om rekening te houden met de fout van het bedrijf dat de aanmaningen, de ingebrekestelling had moeten sturen en de budgetmeter had moeten plaatsen.

 

 

Betekenis in ruimere context

Over het algemeen tracht de wetgever de zwakkere partijen te beschermen. De bepalingen van het wetboek van economisch recht, die van toepassing zijn tussen onderneming en consument en tussen ondernemingen onderling, beschermen meestal de consument. De hier samengevatte zaak herhaalt dit principe omdat de bedoeling van een budgetmeter in de eerste plaats is om de consument te beschermen door hem een minimale energielevering te garanderen en in de tweede plaats om hem toe te laten zijn uitgaven te beperken en beter te beheren.

 

De verjaring werd in deze zaak weliswaar niet ingeroepen, maar sommige rechtbanken oordelen dat de verjaringstermijn van één jaar – die voorzien is voor de vordering van kooplieden voor koopwaar die zij verkopen aan personen die zelf geen koopman zijn – van toepassing is op energieschulden.*

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties

* Artikels 29 en 30 van het besluit van de Waalse regering van 30 maart 2006.
* Wetboek van economisch recht
* S. Quintart, M. Charles en H. Marot, « Energie info Wallonie. Eclairez vos droits ! », Namen, 2016, p. 28-30.
* S. Quintart, M. Charles en H. Marot, « Energie info Wallonie. Eclairez vos droits ! », Namen, 2016, p. 37 en volg.
* Bergen, 13 maart 2014, R.G. 578 (onuitg.) en Cass. 8 januari 2015, R.G. nr. C.14.0268F/1.
* S. Quintart, M. Charles en H. Marot, « Energie info Wallonie. Eclairez vos droits ! », Namen, 2016, p. 49 en volg. en 71 en 72.

 

Trefwoorden

Betalingsachterstallen; Budgetmeter; Factuur; Procedure bij wanbetaling