Feiten

Persoon X ontvangt een werkloosheidsuitkering als ‘alleenstaande’. Wanneer de controledienst van de RVA vaststelt dat er nog 5 andere mensen op hetzelfde adres ingeschreven staan, beslist de RVA om de uitkering als ‘alleenstaande’ in te trekken en de persoon slechts een uitkering als ‘samenwonende’ (lager bedrag) toe te kennen.

Beslissing

De rechtbank besluit dat de persoon recht heeft op een werkloosheidsuitkering volgens het statuut van ‘alleenstaande’.

Motivering

Samenwoonst in het kader van de werkloosheidsreglementering veronderstelt het samenleven van meerdere personen onder hetzelfde dak, waarbij de huishoudelijke aangelegenheden volledig, of toch hoofdzakelijk, gemeenschappelijk worden geregeld.
De betrokkene woont in een cohousing project en wijst erop dat het doel van dergelijk samenwonen niet zozeer het kostendelend aspect is, maar vooral het tegengaan van ongewenste individualisering en vereenzaming.

De rechtbank meent dat deze samenlevingsvorm niet kan worden beschouwd als ’samenwoonst’ in de zin van de werkloosheidsreglementering. Dat de betrokkenen financiële voordelen halen uit het delen van een huis, zal allicht wel het geval zijn, maar is op zich onvoldoende om de omvang van de werkloosheidsuitkering te beïnvloeden. Het samen in hetzelfde huis wonen, heeft pas een invloed op de omvang van de werkloosheidsuitkering als er een hoofdzakelijk gemeenschappelijk huishouden wordt gevoerd of als het budget hoofdzakelijk gemeenschappelijk wordt besteed. Dat is hier niet het geval.

Betekenis in ruimere context

Deze uitspraak ligt in de lijn van de andere rechtspraak over het onderwerp. In dergelijke situaties dient de rechtbank na te gaan of de personen die op hetzelfde adres wonen een gemeenschappelijke huishouding hebben. Elementen waarmee rekening wordt gehouden is of de belangrijkste kosten worden gedeeld (niet enkel huisvestingskosten en lasten, maar ook bijvoorbeeld voor voeding, uitgaven voor persoonlijke verzorging, kledij, vervoer, …). Ook het beschikken over een eigen leefeenheid met eigen sanitair kan een argument zijn om een persoon niet als ‘samenwonend’ te beschouwen.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Art. 110 KB 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 31 december 1991

Trefwoorden
Samenwoning; Alleenstaand; Werkloosheidsuitkering ; Cohousing