Steunpunt tot bestrijding van armoede

Feiten

Een eigenaar van gebouwen en zijn mandataris weigeren te verhuren aan personen met een andere huidskleur of nationaliteit. Ze weigeren eveneens verhuur aan bepaalde personen, om redenen van onvermogen. Ze zoeken met name enkel huurders die kapitaalkrachtig genoeg zijn. Bijgevolg weigert de eigenaar huurders die steun krijgen van het OCMW of werkloosheidsuitkeringen ontvangen. De eigenaar en zijn mandataris nemen eveneens de verhouding tussen het inkomen van de huurders en de huurprijs in overweging.

Het Interfederaal Gelijkekansencentrum (UNIA) brengt de zaak in kort geding voor de rechtbank van eerste aanleg met de bedoeling om een einde te maken aan dit gedrag. Het Centrum verwijt beide mannen een discriminerend gedrag met betrekking tot drie beschermde criteria: huidskleur, nationaliteit en vermogen.

Beslissing

De rechtbank stelt geen discriminatie vast op grond van vermogen. Zij stelt wel een discriminatie vast op grond van huidskleur en nationaliteit en beveelt de stopzetting van deze discriminerende activiteiten.

Motivering

Discriminatie op basis van vermogen is verboden bij wet, behalve indien deze discriminatie een wettig doel nastreeft en indien de gebruikte middelen noodzakelijk en passend zijn.

De rechtbank stelt dat de eigenaar en zijn gemachtigde een wettig doel nastreven in hun zoektocht naar ‘kredietwaardige’ huurders. Ze pogen op een objectieve manier de mogelijkheden van de kandidaat-huurders om de huur te betalen in te schatten. Daarom oordeelt de rechter dat er geen grond is om hen te verbieden huurders te weigeren omwille van hun kredietwaardigheid bij een wanverhouding tussen de inkomsten en de gevraagde huur. Er is ook geen sprake van discriminatie wanneer deze wanverhouding over het algemeen voorkomt bij OCMW-cliënten en werklozen.

De rechtbank behandelt bovendien nog de discriminatie op grond van huidskleur en nationaliteit. De argumentatie daaromtrent is echter minder relevant in de context van armoede.

Betekenis in ruimere context

Of er sprake is van discriminatie op basis van vermogen hangt uiteraard af van de feiten. Zo was er in een andere zaak* wel sprake van discriminatie waar de verhuurder kandidaten selecteerde op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en op basis van een bepaald minimuminkomen. Zoiets gaat voorbij het legitieme doel, met name om de solvabiliteit na te gaan van kandidaat-huurders.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007.

* Rechtbank van eerste aanleg Namen 5 mei 2015

Dit vonnis werd ook besproken op de website van UNIA: https://www.unia.be/nl/rechtspraak-alternatieven/rechtspraak/rechtbank-van-eerste-aanleg-luik-6-mei-2014

Trefwoorden

Huisvesting; Discriminatie; Vermogen