Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Een woonwagenbewoner heeft een referentieadres bij de vzw “Mensen van de Weg”. Enkele maanden later verhuist de vzw naar een ander pand gelegen in dezelfde straat. De man is daarom verplicht een nieuw referentieadres aan te vragen, maar deze keer weigert de Stad Brugge de inschrijving op het referentieadres.

De man stelt eerst administratief hoger beroep in bij de FOD Binnenlandse Zaken. Deze geeft echter geen daadwerkelijke beslissing, maar laat enkel weten dat de man in strikte zin niet tot de categorie zou behoren die in de statuten van de vzw staat vermeld en dat het een principiële kwestie betreft.

De man gaat vervolgens over tot dagvaarding in kort geding van de Stad Brugge opdat aan haar het bevel zou worden opgelegd hem in te schrijven op het referentieadres. De eerste rechter wijst de vordering af, omdat er geen hoogdringendheid is en de gevorderde maatregel geen voorlopig, maar wel een definitief karakter heeft.

De man stelt hoger beroep in.

Beslissing

Het hof veroordeelt de Stad Brugge om de man binnen de acht dagen na de betekening van het arrest voorlopig in te schrijven op het referentieadres, onder de verbeurte van een dwangsom van 50 euro per dag.

Motivering

Anders dan de eerste rechter is het hof van oordeel dat de vordering van de man spoedeisend is en dat de gevorderde maatregel gegrond voorkomt.

Urgentie
De man werd ambtshalve afgeschreven op 10 juli 2009. Om tot een minnelijke oplossing te komen tussen de Stad Brugge en de diverse woonwagenbewoners, werd meermaals gecorrespondeerd tussen de vzw “Mensen van de Weg” en de Stad Brugge. Bovendien heeft er diverse malen overleg plaatsgevonden tussen deze partijen. Dit alles vond plaats in de maanden augustus en september 2009, zodat het tijdstip van dagvaarding, met name 19 november 2009, niet als laattijdig kan worden beschouwd, en de urgentie op dat moment nog steeds voorhanden is.

Het hof stelt dat de man niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, en bijgevolg niet beschikt over de mogelijkheid om een identiteitskaart te bekomen. Zo kan hij zich niet in regel stellen ten overstaan van de administratieve overheden en de nodige sociale uitkeringen of voorzieningen aanvragen of behouden. Bijgevolg is het risico acuut aanwezig dat hij bepaalde administratieve, fiscale, politieke of sociale rechten zou verliezen, en is de vrees voor schade van een bepaalde omvang of voor ernstige ongemakken reëel. Het hof stelt dat de vordering de vereiste urgentie vertoont en in dat geval gegrond is.

Het hof ziet bovendien niet in welk nadeel de inschrijving in de bevolkingsregisters – bij wijze van voorlopige maatregelen in afwachting van een uitspraak ten gronde – zou kunnen teweeg brengen bij de Stad Brugge.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Zie ook:
*BOUQUELLE, F., MAES, C., STANGHERLIN, K., “Nature et formes des droits à l’intégration sociale et à l’aide sociale” in MORMONT, H. & STANGHERLIN, K. (eds.), Aide sociale – Intégration sociale, Brussel, La Charte, 2011, 24-28.

Trefwoorden
Referentieadres; Urgentie