Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

 

Het Steunpunt stimuleert op een actieve manier onderzoek rond armoede en sociale uitsluiting. Meestal maakt het hierbij gebruik van onderzoeksprogramma’s van Federaal Wetenschapsbeleid waarbij – op basis van een onderzoeksaanvraag van het Steunpunt – een wetenschappelijke instelling een bepaald aspect van de armoede-problematiek onderzoekt. Bij al deze onderzoeksprojecten is het Steunpunt telkens sterk betrokken: aanvraag van de onderzoeksprojecten, organisatie van de bijeenkomsten van begeleidingscomité en technisch comité, contacten met onderzoeksploegen en de verschillende actoren…

Onderzoek over non-take-up van het leefloon in opdracht van de POD Maatschappelijke integratie

In 2023-2024 voeren HIVA- KU Leuven en CIRTES – UC Louvain een onderzoek uit over non-take-up van het leefloon en afgeleide rechten, in opdracht van de POD Maatschappelijke Integratie. Dit onderzoek verloopt in samenwerking met het interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. 

Op dinsdag 10 september 2024 werd in het kader van het onderzoek een inspiratie- en reflectie-workshop over de bestrijding van non take up van sociale rechten op het lokale niveau georganiseerd, met volgende presentaties:
 

Re-inVEST.be

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede is, samen met HIVA-KULeuven en CRIDIS-UCL, partner in het ‘Re-Invest.be’ onderzoek, gefinancierd door Federaal Wetenschapsbeleid (Belspo) in het kader van het Brain-onderzoeksprogramma. Het onderzoek is in 2020 gestart en loopt vier jaar.

Het doel van het onderzoek is de impact van de mate van sociale investeringen (in de brede betekenis van het woord) op armoede te bestuderen, op drie domeinen (sociale bescherming, huisvesting en gezondheid) en vanuit drie perspectieven. Het Steunpunt is verantwoordelijk voor het socio-constructivistisch perspectief, naast het socio-economisch perspectief van HIVA en het socio-juridisch perspectief van CRIDIS.

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede zal hoofdzakelijk zijn materiaal – dat resulteert uit zijn verschillende overlegprocessen met mensen in armoede en andere actoren – rond de drie domeinen in het onderzoeksproces inbrengen, zodat het door de onderzoekpartners kan meegenomen worden. Daarnaast beoogt het Steunpunt de evoluerende onderzoeksresultaten van de partners in overleg te brengen om er samen met mensen in armoede en andere actoren op te reflecteren. Daartoe organiseert het Steunpunt een overleggroep die gedurende het hele verloop van het onderzoek een viertal keer per jaar zal samenkomen.

Publicaties van het Steunpunt tot bestrijding van armoede:

Deze nota is alleen beschikbaar in het Nederlands, maar is onder andere gebaseerd op het eerste hoofdstuk uit het tweejaarlijks Verslag 2012-2013 ‘Sociale bescherming en armoede’ – I. Sociale bescherming: transversale kwesties, dat ook in het Frans op onze website te raadplegen is. Dat geldt ook voor de andere publicaties van het Steunpunt tot bestrijding van armoede die in de nota aan bod komen.
De nota bevat ook een stuk over de dialoogmethode die het Steunpunt tot bestrijding van armoede gebruikt in zijn werkzaamheden. Daarover is meer te lezen in de Evaluatie van de werking van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (april 2019), meer bepaald punt 5 over “structureel overleg organiseren met de armsten” (pag 20-26).

Deze nota is alleen beschikbaar in het Frans, maar is onder andere gebaseerd op het vierde hoofdstuk uit het tweejaarlijks Verslag 2016-2017 ‘Burgerschap en armoede’ – Focus: het recht op degelijke huisvesting, dat ook in het Nederlands op onze website te raadplegen is. Dat geldt ook voor de andere publicaties van het Steunpunt tot bestrijding van armoede die in de nota aan bod komen.

Deze nota is alleen beschikbaar in het Nederlands, maar is onder andere gebaseerd op het derde hoofdstuk uit het tweejaarlijks Verslag 2012-2013 ‘Sociale bescherming en armoede’ – III. Sociale bescherming voor wie ziek is of een handicap heeft en punt 5 van hoofdstuk II uit het tweejaarlijks Verslag 2018-2019 ‘Duurzaamheid en armoede’, die beide ook in het Frans op onze website te raadplegen is. Dat geldt ook voor de andere publicaties van het Steunpunt tot bestrijding van armoede die in de nota aan bod komen.

Belmod

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede was betrokken bij het BELMOD onderzoek – een project dat gefinancierd werd door de Europese Commissie en gecoördineerd werd door de FOD Sociale Zekerheid, met als doel de toegang tot de sociale bescherming in België te verbeteren.

Het Steunpunt was lid van de stuurgroep en organiseerde het stakeholdersoverleg. Het BELMOD onderzoek streefde ernaar een bestaansmiddelentoets te ontwikkelen, die én als rechtvaardig gepercipieerd wordt door de rechthebbenden én de rechthebbenden eenvoudiger en sneller kan identificeren. De onderzoekers van de FOD Sociale Zekerheid wilden hierbij rekening houden met de kennis en ervaringen van mensen in armoede en van andere actoren in de strijd tegen armoede en de non-take-up van rechten. Ze deden een beroep op het Steunpunt tot bestrijding van armoede om deze participatie te organiseren via een stakeholdersoverleg, in samenwerking met het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN).

Het Steunpunt organiseerde in de periode december 2020 – april 2022 vijf bijeenkomsten van het stakeholdersoverleg, die telkens werden voorbereid door BAPN samen met de regionale netwerken tegen armoede. Op vraag van de stuurgroep van het BELMOD onderzoek heeft het Steunpunt de verslagen van de eerste drie vergaderingen van het stakeholdersoverleg gepubliceerd, nadat ze geanonimiseerd werden. Op basis van de vijf bijeenkomsten van het stakeholdersoverleg schreef het Steunpunt een bijdrage in het eindrapport van het BELMOD onderzoek. Ook BAPN schreef een bijdrage op basis van hun input.

 
Publicaties van het Steunpunt tot bestrijding van armoede:

Demografische uitdagingen en sociale cohesie

Het Federaal Wetenschapsbeleid lanceerde in 2011 een nieuwe oproep voor het programma ‘Samenleving en Toekomst’. Het Steunpunt diende 2 longitudinale onderzoeksvoorstellen in bij het programmacomité voor de onderzoeksas ‘Demografische Uitdagingen en Sociale Cohesie’. Het eerste voorstel betrof de bevolkingsevolutie die wijzigt qua samenstelling van het huishouden (tendens tot gezinsverdunning), gekoppeld aan het gebrek aan degelijke, betaalbare woningen voor de lagere inkomensklassen. Het tweede ging over de verwachte krapte op de arbeidsmarkt en de mogelijkheden die dit biedt voor de kwalitatieve tewerkstelling van mensen in armoede. Dit laatste voorstel is terug te vinden in twee onderzoeksprojecten die goedgekeurd zijn eind 2011: EMPOV (Werkgelegenheid en armoede in een veranderende samenleving), gecöordineerd door het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit van Antwerpen en EDIPO (Tewerkstelling, loondiscriminatie en armoede) gecoördineerd door de Université Libre de Bruxelles. Het Steunpunt zal deel uitmaken van de begeleidingscomités van beide onderzoeksprojecten.

Armoede in de stad en op het platteland (POCICO – Poverty in the City and in the Country)

In 2010 ging het onderzoeksproject ‘Armoede in de stad en op het platteland’ van start, uitgevoerd door Université Libre de Bruxelles en KU Leuven. Het onderzoek gebeurde op vraag van het Steunpunt en werd gefinancierd in het kader van het AGORA-onderzoeksprogramma van Federaal Wetenschapsbeleid. Doel van het onderzoek was de ontwikkeling van statistisch materiaal met betrekking tot armoede en sociale uitsluiting dat rekening houdt met de graad van ruraliteit of stedelijkheid van de omgeving. In een eerste fase werd een beter begrip opgebouwd van het karakter van armoede op het platteland in vergelijking met armoede in meer stedelijke gebieden. Dit gebeurde op basis van de inhoudelijk erg rijke data uit de EU-SILC enquête. Deze enquête is echter gebaseerd op een steekproef, wat problemen kan geven wanneer men in detail wil gaan kijken in landelijke gebieden. In een tweede fase werden de socio-economische gegevens over de hele bevolking uit de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid voor het onderzoek gebruikt. Op deze manier werd armoede gemeten aan de hand van individuele gegevens van alle inwoners van het land (inclusief in landelijke gebieden). Daarnaast werd ook gebruik gemaakt van een aantal omgevingsvariabelen.

Op 25 april 2013 organiseerde het Steunpunt in samenwerking met Federaal Wetenschapsbeleid een seminarie met een voorstelling van de onderzoeksresultaten en een verdere uitwisseling tussen de verschillende actoren.

Voor specifieke vragen rond het onderzoek en het gebruik van lokale gegevens kunt u terecht bij Xavier May (Université Libre de Bruxelles, [email protected]) en Maarten Loopmans (KU Leuven, [email protected]).

Beschikbare documentatie:

  • Een samenvatting van het onderzoek.
  • Het eindrapport (mix NL-FR) van het onderzoeksproject.
  • Documenten van het seminarie van 25 april 2013:

→voorstelling van de onderzoeksresultaten

→tekst en presentatie van 4 panelleden:

bulletCarmen Mathijssen (Cera) (ppt)

bulletSarah Luyten (Observatorium voor gezondheid en welzijn van Brussel-Hoofdstad)

bulletMarie Bourgeois (Fondation  Rurale de Wallonie) (ppt)

bulletDiederik Janssens (Welzijnsschakels) (ppt)

  • Persbericht van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, Federaal Wetenschapsbeleid en KU Leuven en Université Libre de Bruxelles

 

Ondervertegenwoordiging van armen in databanken (SILC-CUT)

In het onderzoek ‘SILC-CUT’ heeft HIVA (KU Leuven) – op vraag van het Steunpunt in het kader van het AGORA-onderzoeksprogramma van Federaal Wetenschapsbeleid – de ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen in de databanken onderzocht. Concreet werd de SILC-enquête – die in België jaarlijks bij een 6000-tal huishoudens wordt afgenomen – herwerkt in functie van een aangepaste bevraging van 2 groepen: dak- en thuislozen en mensen zonder papieren.

Met financiering van Federaal Wetenschapsbeleid, en in het kader van het Federaal Plan Armoedebestrijding, kon in 2010 een bevraging opgezet worden bij deze groepen. Op 3 maart 2011 organiseerde het Steunpunt – in samenwerking met de federaal minister van Wetenschapsbeleid, POD Wetenschapsbeleid en HIVA – een persconferentie waarop de resultaten van de bevraging werden voorgesteld.

In 2012 werken het Steunpunt en HIVA samen – met steun van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (FOD Economie) – om de onderzoeksresultaten op Belgisch en Europees vlak te verspreiden.


Een link tussen leven in armoede en maatregelen bijzondere jeugdbijstand (PCP)?

Over de vraag of plaatsing van kinderen gebeurt om redenen van armoede wordt reeds gedebatteerd sinds ze gesteld werd in het Algemeen Verslag over de Armoede. De ouders die er rechtstreeks bij betrokken zijn, hebben daar niet de minste twijfel over: hun kinderen worden vaker geplaatst dan anderen, en dat is omdat ze arm zijn. Eenzelfde unanimiteit bestaat echter niet bij de beroepskrachten van de sector: de enen bevestigen de perceptie van de gezinnen; anderen spreken deze visie tegen of nuanceren ze, armoede is nooit het enige motief voor een dergelijke beslissing. De inzet van het debat is reëel gezien het antwoord op de vraag naar de link tussen slechte socio-economische levensomstandigheden en de hogere kans (in statistische zin) op een plaatsing heel sterk het beleid van de bijzondere jeugdzorg oriënteert. Dit is de reden waarom het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting de mogelijkheid heeft aangegrepen die het AGORA-onderzoeksprogramma van het Federaal Wetenschapsbeleid biedt om het al of niet bestaan van een dergelijk verband te objectiveren door de verschillende beschikbare gegevens te kruisen. 

Onderzoeksproject in het kader van het federaal onderzoeksprogramma AGORA (POD Wetenschapsbeleid)

Op vraag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd op 1 oktober 2006 door de onderzoeksteams van de Universiteit Gent en de Université catholique de Louvain gestart met een onderzoeksproject betreffende de relatie tussen leven in armoede en plaatsing van kinderen. Tijdens een seminarie op 27 november 2008 werden de onderzoeksresultaten voorgesteld. Deze werden verkregen door een kruising van de gegevens van de administraties bijzondere jeugdbijstand van de verschillende gemeenschappen met de socio-economische gegevens uit ‘Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming’ van de Kruispuntbank.


De gegevens uit dit onderzoek – uitgevoerd door een onderzoeksploeg van de UGent en de UCL – worden in een publicatie voorgesteld: 

Recht op onderwijs voor kinderen in precair verblijf (UCARE)

Het onderzoek ‘Recht op onderwijs voor kinderen in precair verblijf’ werd uitgevoerd in 2008-2009 door Universiteit Antwerpen en Université Catholique de Louvain, op vraag van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en het Steunpunt Armoedebestrijding en gefinancierd door Federaal Wetenschapsbeleid. De onderzoekers hebben de juridisch aspecten van de onderwijsrechtspositie van kinderen in precair verblijf bekeken, een bevraging van scholen gerealiseerd, en een aantal focusgroepen georganiseerd.

Een bijdrage tot de evaluatie van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie

Nota overhandigd aan de Minister van maatschappelijke integratie. September 2004.

Uit het overleg dat het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting op vraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie georganiseerd heeft over het wetsontwerp van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, is het uitdrukkelijk verzoek gebleken tot een evaluatie van de wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum, en meer algemeen van de wetgeving die van toepassing is op het OCMW en die zijn werking regelt. Om aan die verwachting tegemoet te komen, heeft het Steunpunt een overleggroep opgericht waar verschillende betrokken actoren deel van uitmaken. Het gaat dan om vertegenwoordigers van verenigingen die armoede bestrijden, maar ook om de Verenigingen van Steden en Gemeenten, de gewestelijke federaties of werkgroepen van maatschappelijke werkers van de OCMW’s, de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling, de vakbonden, de ziekenfondsen en het Brussels Observatorium voor gezondheid en welzijn.

Volledige tekst van het rapport

Een andere benadering van armoede-indicatoren: onderzoek – actie – vorming

Maart 2004

Zowel in België als in Europa is er al heel wat onderzoekswerk verzet met betrekking tot het bepalen van indicatoren om armoede te meten. Wat tot hier toe daarbij ontbrak was de inbreng van diegenen die in armoede leven. De verschillende regeringen in ons land hebben de participatie gevraagd van de mensen in armoede en van de andere actoren in de ontwikkeling van armoede-indicatoren. In april 2002 namen het ‘Collectief van Verenigingen partners van het Algemeen Verslag over de Armoede’ en het ‘Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting’ het initiatief tot een project ‘onderzoek – actie – vorming’. De kennis van mensen die zelf in armoede leven (afgevaardigd door verenigingen waar armen het woord nemen) was in dit project de vertrekbasis voor een dialoog met afgevaardigden van overheidsadministraties en instellingen en met wetenschappers. De neerslag van deze gedachtewisselingen – evenals een voorstelling van de historiek van het project en van de gebruikte methode, en een evaluatief deel – zijn opgenomen in het eindrapport dat op 11 maart werd voorgesteld.

Deel I:
Deel II:
Deel III:
Deel IV:
Bijlage
Persconferentie:


Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Frans.

Toegankelijkheid van de gezondheidszorg

Het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) heeft duidelijk aangetoond dat er nog heel wat sociale ongelijkheid op het vlak van gezondheid bestaat. Op basis van deze conclusie heeft de Interministeriële Conferentie Sociale Integratie opdracht gegeven aan de Minister van Sociale Zaken om de toegankelijkheid van de gezondheidszorg te evalueren. Binnen het Steunpunt werd samen met partners van gedachten gewisseld over de uitvoering van het onderzoek. Tot maart 2003 werkte het Steunpunt mee aan dit onderzoek dat door de Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent is uitgevoerd.

Het Steunpunt heeft aan de volgende rapporten meegewerkt: