Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Mevrouw X. is werkloos sinds 1996. Op 8 januari 2015 ontvangt zij een brief van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (« RVA »), die haar meedeelt dat ze vanaf 1 januari 2015 geen inschakelingsuitkering meer zal ontvangen ten gevolge van een wijziging in de regelgeving die de inschakelingsuitkeringen beperkt tot een periode van 3 jaar. Ze betwist de wettelijkheid van de regelgeving die tot deze beslissing heeft geleid en brengt de zaak voor de arbeidsrechtbank.

Beslissing

De rechtbank verklaart dat de regelgeving die de inschakelingsuitkering tot drie jaar beperkt artikel 23 van de Grondwet en het “standstill”-beginsel dat er uit wordt afgeleid schendt. Bijgevolg schuift zij de nieuwe regelgeving opzij en beveelt zij de toepassing van de oude regelgeving op het geval van Mevr. X., waardoor deze laatste opnieuw geniet van haar inschakelingsuitkering vanaf 1 januari 2015.

Motivering

Eenmaal ze vastgesteld heeft dat de hoogdringendheid, die door de federale regering is ingeroepen om deze regelgeving op versnelde wijze aan te nemen, niet onrechtmatig is, onderzoekt de rechtbank of het “standstill”-beginsel niet geschonden wordt. Ten eerste bevestigt de rechtbank de toepasselijkheid van het “standstill”-beginsel in de Belgische rechtsorde, onder meer binnen de context van de bescherming van sociale rechten. Dit impliceert evenwel niet dat “er een resultaatsverbintenis bestaat in hoofde van de Staat om koste wat kost het beschermingsniveau bij het aannemen van artikel 23 van de Grondwet te behouden of zelfs te verbeteren, maar wel dat elke vermindering het voorwerp moet maken van een bijzondere aandacht op het gebied van haar rechtvaardiging”.

Verder oordeelt de rechtbank dat de maatregel die ten opzichte van Mevr. X. is genomen, namelijk het verliezen van haar recht op een inschakelingsuitkering, een significante vermindering van haar sociale rechten uitmaakt. Er wordt immers vastgesteld dat de nieuwe regelgeving geen enkele verbetering van de toestand van Mevr. X. aanbrengt ter compensatie van het verlies van haar rechten. Ten gevolge van deze vermindering wordt Mevr. X. afhankelijk van het OCMW om te overleven, waardoor ze veel kwetsbaarder wordt. De rechtbank verstaat niet op welke wijze deze maatregel de professionele integratie van Mevr. X. zou moeten begunstigen.

Bovendien bemerkt de rechtbank dat geen enkele ernstige rechtvaardiging wordt gegeven door de federale regering in verband met het aannemen van deze wijziging in de regelgeving. De enige motivering die wordt gegeven houdt verband met de hoogdringendheid. Geen enkele uitleg wordt verschaft met betrekking tot de inhoud en de gevoelige verslechtering van de sociale bescherming van de burgers. Bijgevolg meent de rechtbank dat de regering haar formele plicht, afgeleid uit het “standstill”-beginsel, die bestaat uit het degelijk verantwoorden van elke nieuwe maatregel die de wettelijke beschermingsgraad van de burgers vermindert, niet nageleefd heeft.

Betekenis in ruimere context

Hoewel het “standstill”-beginsel binnen de Belgische rechtsorde wordt erkend, blijkt de toepassing ervan in het kader van de bescherming van sociale rechten niet evident te zijn. Deze beslissing lijkt één van de eerste te zijn waarin een regelgeving, die als gevolg heeft dat sociale rechten verminderen, op grond van het “standstill”-beginsel als ongrondwettelijk wordt verklaard. Er valt af te wachten of deze beslissing navolging zal krijgen door latere rechtspraak.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Art. 23 en 159 G.W.

Art. 6 Ger. W.

Art. 63 K.B. van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.

Art. 9,2° K.B. van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.

Cass. (3e k.) 15 december 2014, J.T.T. 2015/08, n° 1212, p. 120.

GwH. 1 oktober 2015, n° 133/2015.

Arbh. Luik 10 februari 2016, R.G. 2015/AU/48.

D. DUMONT, « Dégressivité accrue des allocations de chômage versus principe de standstill », J.T. 2013, 773.

 

Trefwoorden
Werkloosheid; Art. 23 G.W. (standstill); Inschakelingsuitkering