Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

H.K. (eisende partij) heeft een schuldvordering ten aanzien van een consument. Deze schuldvordering, welke tot stand is gekomen in het kader van een overeenkomst van lening op afbetaling, is door H.K., een vennootschap naar Zweeds recht, overgenomen van de bank C. Volgens H.K. blijft de consument in gebreke om een deel van de schuldvordering te betalen.

Beslissing

De vrederechter moet vaststellen dat de vennootschap die de oorspronkelijke schuldvordering heeft overgenomen haar verplichtingen ten opzichte van de consument niet nakomt. Zij probeert rechtbank en schuldenaar te misleiden om goedkoop aan een uitvoerbare titel te geraken en bijgevolg haar lucratieve doch bedenkelijke praktijken voort te zetten. Bijgevolg wordt de vordering van H.K. verworpen.

Motivering

De vrederechter vraagt om de voorlegging van de originele kredietovereenkomst en de individuele betekening van de overdracht van schuldvordering, maar H.K. deelt mee deze niet meer in haar bezit te hebben. H.K. blijkt niet voldaan te hebben aan haar wettelijke verplichtingen. De wetgeving vereist een kennisgeving bij ter post aangetekende brief voor de tegenwerpelijkheid aan de consument-schuldenaar van de overdracht van een schuldvordering. Het is belangrijk hierbij op te merken dat de verplichtingen vervat in de Wet op het consumentenkrediet raken aan de openbare orde. De vrederechter maakt duidelijk dat de publicatie van de overname in het Belgisch Staatsblad geen afbreuk doet aan de verplichting vervat in de wetgeving. Ook blijkt dat H.K. de consument oorspronkelijk ten onrechte heeft gedagvaard voor het vredegerecht van Waregem, terwijl dat laatste territoriaal onbevoegd is, met de hoop om dankzij het nalaten van de rechter om zijn bevoegdheid te controleren een uitvoerbare titel te bekomen. Tenslotte wordt nog aan H.K. gevraagd om een duidelijke afrekening met de nog verschuldigde bedragen te leveren. H.K. verschaft een berekening waarin staat dat 2.977,92 euro aan betalingen uitgevoerd zouden zijn. Welke schuld nog zou openstaan in hoofde van de consument, is dan ook niet duidelijk aangezien de oorspronkelijke schuld (kapitaal en intresten) 1.881,96 euro bedroeg. Ter verduidelijking wordt door H.K. een nieuw stuk aangevoerd waaruit zou blijken dat de consument slechts 1.195,78 euro betaald zou hebben. Uit het voorgaande wordt door de vrederechter besloten dat H.K. niet alleen de rechtbank, maar ook de consument probeert te misleiden zowel wat de gevoerde procedures betreft, als wat betreft de zogenaamde vordering. De vrederechter stelt dat de schuld van de consument voldaan is.

Betekenis in ruimere context

Overdracht van schuldvorderingen aan gespecialiseerde invorderingsbedrijven is een praktijk die meer en meer voorkomt bij energieleveranciers. Dit vonnis is bijzonder relevant voor consumenten die in een situatie van armoede en bestaansonzekerheid verkeren omdat deze groep het vaak moeilijk heeft om te kunnen voldoen aan onder andere energiefacturen en meer en meer geconfronteerd zou worden met een dergelijke overdracht van schuldvorderingen door hun leverancier aan invorderingsbedrijven, die hun wettelijke plichten niet altijd naleven. Consumenten, hun raadslieden en magistraten dienen derhalve zeer aandachtig na te gaan of dergelijke vennootschappen de wettelijk opgelegde voorschriften naleven.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Artikel 26 van de wet van 12 juni 1991 op het Consumentenkrediet.

 

Trefwoorden
Overdracht van schuldvorderingen; Kennisgeving van de overdracht; Wet op het consumentenkrediet; Onduidelijkheid en afwezigheid essentiële documenten